Klik hier voor meer historische foto's.
Volgens de notulen is onze vereniging opgericht op 12 oktober 1893 en is daarmee de oudste muziekvereniging van de Krimpenerwaard. Ter gelegenheid van het 75-jarig bestaan van onze vereniging in 1968 heeft toenmalig secretaris A. Duijm Sr. voor het MIDO-boekje onderstaande stukjes geschreven over de begintijd van onze vereniging:
75 jaar Excelsior
Het moet in het begin van het bestaan van 'Excelsior' ook al moeilijk geweest zijn om de financiële eindjes aan elkaar te knopen. 2 maanden na de oprichting kom men ondanks een liefdadige gift (zo staat er) van f 30,- nog geen vierde gedeelte (f 175,-) voor de nieuwe instrumenten betalen. Er staat in de notulen: "Tenslotte heeft ieder der leden zes renteloze stukjes van f 5,- genomen, op jaarlijkse uitloting, zo de kas dit toelaat."
En zo kon de heer Drees (dirigent) naar de heer Kessels in Tilburg om onder deze voorwaarden de instrumenten te bestellen, hetgeen door deze firma werd aangenomen. Als we dan even kijken, dat wij nu, in april 1968, een grote fluit kochten, en dat deze f 420,- kostte, dan is er wel wat veranderd.
Op maandag 3 december 1893 was het dan zover. Er staat: "De instrumenten zijn gearriveerd en worden een voor een uitgereikt door de directeur. Met stormachtige bewegingen worden deze ontvangen en een ieder is zeer ingenomen met zijn instrument."
Op 13 december 1893 was er geen repetitie wegens ongesteldheid van de directeur. Dat kon toen ook.
***
Het thuis studeren van de leden van 'Excelsior' liet reeds in de eerste maanden van haar bestaan te wensen over. Zelfs één lid (zo staat er) raadt de directeur ernstig aan thuis beter te studeren, want dat er zo niet veel van hem terecht zal komen.
Het was toen wel gemakkelijker om aan nieuwe leden te komen dan nu. Op 22 maart 1894 bedankte het lid B. Twigt en hieruit volgt de benoeming van een nieuw lid. Hiervoor hadden zich reeds drie sollicitanten aangemeld, nl. J. Dekker, J. Vis en A. Blom uit Krimpen aan den IJssel. De directeur adviseert hierover en beveelt de heer Vis ten sterkste aan, aangezien de flinke gestalte van die persoon. De uitslag van de stemming is dat bovengenoemde persoon gekozen wordt met 22 stemmen.
7 juni 1984 staat er: In de pauze treedt de president op en maakt bekend dat de vakantie zal plaats hebben de drie eerste weken van de volgende maand en de laatste week dubbele contributie.
Nu wendt hij zich tot onze Heliconblazer, deze heeft op schandelijke wijze Art. 12 overtreden en wordt door de president voorgedragen tot ontslag, waarover nu wordt gestemd. De uitslag van de stemming is 13 voor, 9 tegen en 1 blanco. Bijgevolg is het voorstel aangenomen.
Omdat onze Heliconblazer door dit geval erg getroffen is, smeekt hij de leden of zij het nog wilden stoppen met de belofte dat zulks nimmer meer zal gebeuren. Door zijn weemoedigheid stellen de leden voor hem nog 2 maanden toe te laten als lid, maar in genoemde 2 maanden behoeft niet meer gestemd te worden, hetgeen goed gevonden wordt.
***
Op de repetitie van 11 januari 1894 werd aan de dirigent het eerste kwartaal van zijn salaris betaald. Er staat in de notulen: De penningmeester ontvangt contributie en betaalt het eerste kwartaal aan den directeur. Laatst genoemde laat twee gulden vallen met het oog op onze kas en zijn nalatigheid. Waaruit deze nalatigheid bestond staat niet vermeld.
Sommige leden waren trouwens geen zoete jongens, want op 21 januari 1894 schreef de 1e secretaris: In de pauze neemt de President het woord en moet tot zijn leedwezen één opmerking maken aan twee leden, nl. A. Goudriaan Czn. en B. Twicht, dat zij na afloop der vorige vergadering grote stappen buiten het reglement hebben gedaan. Met nadruk brengt hij hun onder het oog welke ernstige gevolgen dit bij herhaling kan hebben ten eerste voor hun lidmaatschap en ook voor de vereniging. Hij verzoekt hun daarom beleefd zo iets voortaan niet meer te doen. (Wat ze gedaan hadden staat er niet bij.) Ook de Directeur geeft hierover zijn opinie te kennen en tegen de heren klarinettisten zegt hij, dat zij volstrekt niet aan de rieten mogen schrappen, noch dezelve iets korter maken. En op 1 februari 1894 staat er: Afwezig: Mak, die zeer waarschijnlijk om verdachte rede niet verschijnt. (Ook stout geweest.)
***
Op 30 november 1894 was het bestuur in vergadering bijeen ten huize van de heer J. Broere. Omdat in september besloten was een uitvoering te geven, moest er op deze vergadering een programma worden opgemaakt. Er wordt besloten 200 programma's, 150 kaarten Bewijs van toegang en 80 kaarten Bewijs van toegang voor kunstlievende leden te bestellen.
Vervolgens worden 4 commissarissen van orde benoemd, om als zodanig in het lokaal te fungeren. Ook worden 3 personen benoemd om de penningmeester behulpzaam te zijn. Er staat: de heren C. Noordegraaf om kaarten af te geven, K. Geleedts om de kwarten weer in ontvangst te nemen en J. Spoormaker om programma's uit te reiken.
Verder wordt besloten de heer De Haas uit Rotterdam aan te schrijven om als komiek op te treden, mits zijn eisen niet te hoog zijn.
19 december 1894 schrijft de secretaris: Grote repetitie. Alle leden aanwezig. Alle nummers worden volgens programma geblazen, hetgeen een vrij goed resultaat oplevert.
De directeur wijst de leden op het grote gewicht dat te wachten staat en verzoekt beleefd of zij gedurende de muziekuitvoering geen sterke drank willen drinken met het oog op het welslagen van de eerste uitvoering. Hoe deze 1e uitvoering verliep kunt U de volgende keer lezen.
***
Eerste openbare uitvoering op 20 december 1894 ten huize van de heer J. Broere te Ouderkerk aan den IJssel, met medewerking van de heer N. de Haas, karakter komiek, uit Rotterdam.
Om 7.00 werd de zaal geopend, en met geweld wilde het publiek binnen dringen, zodat in een oogwenk de gehele zaal was bezet. De belangstelling scheen groot te zijn, want verscheidene personen moesten buiten blijven omdat het lokaal er niet meer kon bergen.
Om ruim 7.30 uur opende de president de vergadering en daarna werd overgegaan tot het spelen van de nummers afgewisseld door het optreden van de heer De Haas. De laatste harmonische tonen waren nog niet goed weggesmolten of het hoofd der gemeente trad het toneel op en bracht alle hulde aan de directeur en de leden der vereniging.
Toen werd tenslotte het Wilhelmus gespeeld en daarna sloot de directeur de vergadering.
Er werd door sommige paren nog getracht zich met dansen te vermaken, maar door het grote gewoel dat in de zaal heerste kon dit niet doorgaan en waren toen dus genoodzaakt huiswaarts te keren.
***
Op de 24 december 1894 gehouden bestuursvergadering werd met 3 stemmen voor en 2 tegen besloten om de kunstlievende leden f 1,50 in plaats van f 1,- te laten betalen.
Als de heren bestuursleden toen geweten hadden wat er op de éérste jaarvergadering zou gebeuren, zouden ze zich waarschijnlijk wel tweemaal achter het oor gekrabd hebben.
Op de jaarvergadering van 28 december 1894 werd het bestuur verweten dat zij volgens het reglement geen recht had tot deze verhoging.
De president (zo staat er) nam hierover het woord en overtuigde alle leden volgens art. 15, dat het bestuur niet buiten het reglement heeft gehandeld. Vele aanwezigen waren het hier echter niet mee eens en na veel praten en verwijten kwam het zelfs zover dat de vice-voorzitter en enkele leden de jas aantrokken en het lokaal wilden verlaten. Zij werden echter door de voorzitter verzocht te blijven om een einde aan de zaak te krijgen, en uiteindelijk werd besloten dat de beslissing aan het nieuwe bestuur zou worden overgelaten. (Destijds trad iedere jaarvergadering het gehele bestuur af en werd er opnieuw gestemd.)
Het leuke van deze geschiedenis is, dat het gehele oude bestuur weer met grote meerderheid van stemmen werd herkozen, en dat op de bestuursvergadering van 11 januari 1895 het besluit van 24 dec. 1894 werd vastgesteld.
***
Hoe goed 'Excelsior' met de ijsclub kon opschieten, blijkt uit het volgende verhaal. Op de bestuursvergadering van 11 januari 1895 werd "in 't geheim", zo staat er, een besluit genomen omtrent de geldelijke conditiën met de ijsclub, deze conditiën waren half entree of f 32,50, hieronder is begrepen f 7,50 voor de directeur. Op de avond van 31 januari 1895 verlieten, in de pauze, de president en nog twee leden de repetitie om te gaan onderhandelen met het bestuur van de ijsclub. Ze kwamen echter met de kous op de kop terug, want de ijsclub had besloten f 10,- uit te keren en wanneer de speculatie goed van stapel liep, dan zou de muziekvereniging wel degelijk tegemoet gekomen worden. Dat het ijsclubbestuur woord hield blijkt weer op de repetitie-avond van 7 februari 1895, want toen maakte de president aan de leden bekend: "Dat wij van de ijsclub, voor onze medewerking op het ijs f 50,- ontvangen hebben." De voorzitter van de ijsclub had tevens de directeur gevraagd of hij a.s. vrijdag weer naar de ijsbaan wilde komen. Deze had daar geen bezwaar tegen, en omdat ook de leden geen bezwaren hadden, werd besloten mede te werken en het honorarium maar weer aan de ijsclub over te laten.
En op de repetitie van 14 februari 1895 maakt de penningmeester bekend: "Dat wij voor de laatste medewerking op het ijs f 40,- hebben ontvangen." Ook dit werd met vreugde begroet.